Skip to Main Content

Law

This guide gives an overview of sources on law

Nederlandse Jurisprudentie I

Nederlandse Jurisprudentie

Er zijn verschillende methoden om jurisprudentie te vinden.

  • Jurisprudentie tijdschriften
  • Openbare overheidswebsites
  • Content integratie platformen

Jurisprudentie gepubliceerd in tijdschriften en op overheidswebsites wordt geïndexeerd via 2 content integratie platformen waar studenten en onderzoekers van Erasmus Universiteit Rotterdam toegang* toe hebben:

Deze platformen gebruiken verschillende algoritmes en indexeren veelal, maar niet precies, dezelfde bronnen maar in het geval van jurisprudentie zijn de verschillen verwaarloosbaar. Jurisprudentie wordt veelal volledig aangeboden, met een directe verwijzing en link naar de originele jurisprudentiebron.

Zoeken binnen de platformen
De eenvoudigste methode van zoeken is op ECLI nummer.
Bijvoorbeeld het Haviltex arrest: ECLI:NL:HR:1981:AG4158
Beide platformen tonen de resultaten op een andere manier.

Rechtsorde                                                                                                        Legal Intelligence

Rechtsorde HaviltexLegal Intelligence

 

 

 

 

 

 

 

 

Alle jurisprudentiebronnen waar de universiteitsbibliotheek toegang tot heeft zijn te vinden via deze platformen.

*Log in op WO/HBO met de ERNA-gegevens.

Nederlandse Uitgeverijen / Dutch Publishers

Er zijn een groot aantal uitgeverijen in Nederland, waarvan een aantal zich geheel of gedeeltelijk richten op juridische informatie.
Hieronder een overzicht van de belangrijkste Nederlandse juridische uitgeverijen.

Wolters Kluwer
Wolters Kluwer is een van de grote leveranciers van juridische informatie in Nederland. Het portfolio omvat alle rechtsgebieden en bevat boeken, commentaren en gezaghebbende (jurisprudentiële) tijdschriften
Online platform: Navigator

SDU
De Staatsdrukkerij en Uitgeverij, de geprivatiseerde uitgeverij van de Nederlandse overheid, richt zich vooral op juridische informatie betreffende overheid, belastingen en bedrijfsvoering. Het portfolio bevat boeken, wettenbundels en gezaghebbende tijdschriften.
Online platform: SDU Opmaat

Boom Uitgevers Den Haag
Het portfolio van deze uitgever beslaat alle rechtsgebieden, met een nadruk op bestuurskunde en criminologie. Ook uitgever van internationaalrechtelijk publicaties onder het merk "Eleven International Publishing".
Online platform: Boomportaal

Uitgeverij Paris
Deze kleinschalige uitgeverij publiceert boeken op alle rechtsgebieden en een aantal kwalitatieve juridische (digitale) tijdschriften.

Uitgeverij Den Hollander
Deze uitgeverij publiceert een klein aantal tijdschriften op het gebied van overheid, financiële instellingen en ondernemingen.

Uitgeverij deLex 
Een jonge uitgeverij met een nadruk op IT recht.

There are many publishers in The Netherlands, several of which focus primarily or partly on legal information.
The following are the most important Dutch legal publishers.

Wolters Kluwer
One of the largest providers of legal information in The Netherlands. Their portfolio includes all legal disciplines and includes books, comments and authoritative (case-law) journals.
Online platform: Navigator

SDU
The Staatsdrukkerij en Uitgeverij is the privatised Dutch government publisher and primarily focuses on legal information in the fields of government, taxation and business. Their portfolio includes books, legislative collections and authoritative journals.
Online platform: SDU Opmaat

Boom Uitgevers Den Haag
This publisher's portfolio includes all legal disciplines, with an emphasis on administrative law and criminology. Boom Uitgevers Den Haag also publishes materials on international law under the brand "Eleven International Publishing".
Online platform: Boomportaal

Uitgeverij Paris
This company publishes books on all legal disciplines and a number of quality legal (digital) journals.

Uitgeverij Den Hollander
This company publishes a small number of journals, with an emphasis on government, financial institutions and business.

Uitgeverij deLex
A new publisher with an emphasis on IT law.

Bronvermeldingen / Source References

"Er staat geschreven...." maar waar staat het geschreven?

In dit informatietijdperk is het belangrijk dat informatie gecontroleerd kan worden op waarheid en relevantie. Incorrecte of misleidende informatie is overal, en de beste manier om de waarheid na te gaan is door de bron te raadplegen.

Om informatie te controleren, moet deze te vinden zijn.
Dit is de rol van de bronvermelding.

Auteurs gebruiken informatie bij het maken van een bewering, schrijven van een document, of het uitdragen van een opinie. Maar is deze informatie waar? Is het relevant? Bronvermeldingen naar geciteerd werk, of harde data, maken het mogelijk dit te controleren. Documenten zonder bronvermeldingen horen (en moeten!) altijd met de nodige voorzichtigheid behandeld worden.

Deze introductie behandelt de terminologie van bronvermelding, legt het verschil uit tussen korte en volledige referenties, levert tips om bronvermeldingen te herkennen en introduceert het gebruik van afkortingen in bronvermeldingen.

Vragen/opmerkingen?

Terminologie

  • Bronvermelding: een verwijzing naar bronnen (van alle typen) waarop een auteur zich baseert. Zonder bronvermelding is het niet mogelijk na te gaan waarop een auteur zich baseert, maar zonder goede bronvermelding is moeilijk na te gaan waar in een bron het materiaal staat waarop de auteur zich baseert.
  • Voetnoot: een bronvermelding onderaan de pagina, waarnaar verwezen wordt in de tekst.
  • Verkorte voetnoot: een (ver)korte bronvermelding onderaan de pagina. Minimale verwijsinformatie die voldoende is om de volledige bronvermelding te achterhalen door middel van de literatuurlijst. Bij verkorte voetnoten is een literatuurlijst verplicht.
  • Eindnoot: een bronvermelding aan het eind van een tekst of hoofdstuk.
  • Literatuurlijst: een overzicht van de bronnen waarop de auteur zich heeft gebaseerd. Dit overzicht bevindt zich aan het eind van een tekst, hoofdstuk of boek.

Voorbeelden:

  • Bronvermelding: P.B. Cliteur & A. Elian, Inleiding recht, Deventer: Kluwer 2013, p. 11-29.
  • Voetnoot: Zelfde als hierboven, opgenomen onderaan de pagina
  • Verkorte voetnoot: Cliteur & Elian 2018. De volledige bronvermelding is opgenomen in de literatuurlijst
  • Eindnoot: Zie bronvermelding hierboven. Opgenomen dan aan het eind van een tekst of een hoofdstuk
  • Literatuurlijst:
    Cliteur & Elian
    P.B. Cliteur & A. Elian, Inleiding recht, Deventer: Kluwer 2013.
    Matsunami
    N. Matsunami, The National flag of Japan, s.l.: s.n. 1928.

Volledig en verkort

Vergelijk onderstaande bronvermeldingen.

  • P.B. Cliteur & A. Elian, Inleiding recht, Deventer: Kluwer 2013, p. 11-29
  • Cliteur & Elian, 2013, p. 11-29.

De eerste bronvermelding geeft alle informatie betreffende auteur, titel, locatie, uitgever, jaar van uitgave, paginanummer.
De tweede bronvermelding geeft alleen de auteur, jaar van uitgave, paginanummer.

De eerste is de volledige bronvermelding. Dit kan een voetnoot of een eindnoot zijn.
De tweede is een verkorte voetnoot. In dit geval staat de volledige bronvermelding in de literatuurlijst.

Dit voorbeeld laat gelijk het voordeel van verkorte voetnoten zien: ze geven een korte en overzichtelijke bronvermelding. Alle verdere informatie staat in de literatuurlijst.

Herkennen

Als eerste voorbeeld nemen we 3 verkorte voetnoten:

  • Cliteur & Elian, 2013, p. 11-29.
  • Dijkstra, NJB 2019/253.
  • Hugenholtz, AMI 2018, p. 243-244.

De eerste bronvermelding geeft alleen auteur, jaar van uitgave, paginanummer.
De tweede bronvermelding geeft auteur, afkorting van een bron, jaar van uitgave, een cijfer genummerde bijdrage of een genummerde paragraaf aangeeft.
De derde bronvermelding geeft auteur, afkorting van een bron, jaar van uitgave, paginanummer.

Als in een bronvermelding wordt verwezen naar een afkorting, kun je veelal aannemen dat het een bijdrage uit een tijdschrift of een serieel werk zoals een jaarboek of een rapportenserie betreft.

Het zijn duidelijk verkorte voetnoten en hieruit kun je opmaken dat:

  • De eerste bronvermelding een verwijzing naar een boek is. De volledige bronvermelding staat in de literatuurlijst.
  • De tweede bronvermelding een verwijzing naar een tijdschrift/serieel werk is. De volledige bronvermelding staat in de literatuurlijst.
  • De derde bronvermelding een verwijzing naar een tijdschrift/serieel werk is. De volledige bronvermelding staat in de literatuurlijst

Afkortingen

De voorbeelden hierboven waren redelijk simpel.
Maar waar staat NJB voor? AMI? ECLI? Stcrt?
W
at te doen als de afkorting onbekend is?

Eerst de reden voor het gebruik van afkortingen. Dit is om bronvermeldingen kort en overzichtelijk te houden gebruiken. Veel auteurs werken in een vakgebieden met een beperkt aantal toonaangevende bronnen. De afkortingen zijn gedurende de jaren ingeburgerd geraakt en worden nu gebruikt door zowel auteurs als uitgevers. 

Twee voorbeelden van afkortingen:

  • BNB = Beslissingen in Belastingzaken
  • ECLJ = European Consumer Law Journal

Daarnaast kunnen afkortingen ook direct aangeven met wat voor bronnen men te maken heeft:

  • ECLI = European Case Law Identifier. Dit geeft aan dat de vermeldde bron een (Europees nationale of -internationale) gerechtelijke uitspraak betreft.

Voor het vertalen, begrijpen en gebruiken van afkortingen bestaan een aantal hulpmiddelen; online afkortinglijsten en gespecialiseerde afkortingenwoordenboeken. Voorbeelden zijn:

Geen van deze hulpmiddelen is volledig en bij het achterhalen (of gebruiken) van afkortingen blijft het belangrijk op de hoede te zijn voor foutieve, onvolledige, of incorrect gebruikte afkortingen.

Het is de gewoonte om in het voorwerk van een (samengestelde) publicatie een lijst van afkortingen op te nemen.

“It is written…” but where is it written?

In this age of information, it is important that information can be fact-checked for truth. Incorrect or false information is just around the corner, and the best way to fact-check is by consulting the information directly.

To fact-check information, it must be possible to find it.
This is the role of the source reference.

Whenever making a claim, writing a document, or stating an opinion, an author is using information. But is the information true? Is it relevant? Source references to either cited or paraphrased works, or hard data, make it possible to check the truth. Written document without source references should (and must!) be treated with caution

This article covers the terminology of source referencing, explains the difference between short and full references, provides tips on how to recognize source references, and introduces the use of abbreviations in source references.

Questions/remarks?

Terminology

  • Source reference: a reference to sources (of all types) on which an author relies. Without a source reference it is not possible to ascertain what an author is relying on, but without proper referencing it is difficult to ascertain where in a source the material on which the work is based is located.
  • Footnote: a source reference at the bottom of the page, referred to in the text.
  • Short footnote: a (very) short source reference at the bottom of the page. Minimal reference information that is sufficient to trace the full source reference by means of the bibliography. A literature list is mandatory for abbreviated footnotes.
  • Endnote: a citation at the end of a text or chapter.
  • Bibliography: an overview of the sources on which the author has based the work. This overview can be found at the end of a text, chapter or book.

Examples:

  • Source reference: P.B. Cliteur & A. Elian, Introduction to law, Deventer: Kluwer 2013.
  • Footnote: Same as above, included at the bottom of the page
  • Short footnote: Dijkstra, NJB 2019/253. The full source reference is included in the literature list.
  • Endnote: See reference above. Included at the end of a text or a chapter
  • Literature list:
    Cliteur & Elian
    P.B. Cliteur & A. Elian, Introduction to law, Deventer: Kluwer 2013.
    Matsunami
    N. Matsunami, The National flag of Japan, s.l .: s.n. 1928.


Full and short references

Compare the following citations:

  • P.B. Cliteur & A. Elian, Inleiding recht, Deventer: Kluwer 2013, p. 11-29
  • Cliteur & Elian, 2013, p. 11-29.

The first source reference provides full information regarding author, title, location, publisher, year of publication, page number.
The second source reference provides only the author, year of publication, page number.

The first is full source reference. This can be a footnote or an endnote.
The second is an abbreviated footnote. In this case, the full source reference is in the literature list

This example shows the advantage of abbreviated footnotes: they provide a short and clear reference to the source. All further information is in the bibliography.

Recognizing

As a first example we take 3 short footnotes.

  • Cliteur & Elian, 2013, p. 11-29.
  • Dijkstra, NJB 2019/253.
  • Hugenholtz, AMI 2018, p. 243-244

The first citation provides the author, year of publication, page number.
The second citation provides the author, abbreviation of a source, year of publication, and a number indicating page/numbered contribution/numbered paragraph.
The third citation provides author, source abbreviation, year of release, page numbers.

If a source reference refers to an abbreviation, you can often assume that it concerns a contribution from a journal or serial work.

These are clearly abbreviated footnotes and from this you can conclude that:

  • The first citation is a reference to a book. The full source reference is in the literature list.
  • The second citation is a reference to a journal / serial work. The full source reference is in the literature list.
  • The third citation is a reference to a journal / serial work. The full source reference is in the literature list.

Abbreviations

The examples above were fairly simple. But what if the abbreviation is unknown? What does NJB stand for? AMI? ECLI? Stcrt?

To keep source references brief, authors use abbreviations. See for example:

  • BNB = Beslissingen in Belastingzaken
  • ECLJ = European Consumer Law Journal

Certain abbreviations also directly indicate what kind of material one is dealing with.

  • ECLI = European Case Law Identifier. A court decision, either national or European.

There are a number tools to understand (and use) abbreviations; online abbreviation lists and specialized abbreviation dictionaries.

Examples are:

None of these resources is complete and a major problem is the incomplete or incorrect use of abbreviations.

In (edited) publications it is common practice to provide a list of used abbreviations in the front matter.